Op een maandagmiddag stap ik binnen bij Ina op de Sinnebuorren. In haar voortuin staan voor mij onbekende, maar prachtige planten. Dat zijn salvia’s zegt Ina. Ik kijk ervan op; nog nooit deze salvia gezien. (Thuis opgezocht. Het is een salie grahamii; een struiksalavia die hoog kan worden en wintervast. Voor de tuinliefhebbers: een kijkje op internet is de moeite waard). Het is een fraai welkom bij de verder ook goed onderhouden tuin.
Ik bespeur een Groningse tongval bij Ina. Kom je uit Groningen?
Ja, ik ben geboren in Veendam in de kraamkliniek. Daarna heb ik eerst één jaar met mijn ouders, ik weet dat natuurlijk niet meer, bij mijn opa en oma in Nieuwe Pekela gewoond. Mijn ouders hebben een huis verbouwd in Eexterveenschekanaal. Daar heb ik heel lang gewoond. In Eexterveenschekanaal was een lagere school. De middelbare school stond in Veendam. Daar ging ik naar de huishoudschool.
Vond je handwerken toen ook al leuk?
Nee, ik vond handwerken vreselijk. Op school mochten we kiezen tussen handenarbeid en handwerken. Ik koos handenarbeid want handwerken: daar had ik niets mee.
Wat ben je uiteindelijk geworden qua beroep?
Ik heb een opleiding, niet afgerond, tot coupeuse gevolgd.
We kijken elkaar even aan en we schieten in de lach. Dat moet je even uitleggen Ina, een hekel aan handwerken en dan volg je een opleiding tot coupeuse!
Dat zit zo vertelt Ina, mijn moeder kon echt heel goed naaien. En op een dag had ik een mooi bloesje gezien, patroonblad kwam op tafel , zij legde mij uit welke lijnen ik moest volgen, dat was dan jouw maat, ga je gang als je er niet uitkomt. Ik ben in de tuin dan roep je maar. Ik heb toen een bloesje gemaakt voor mijzelf. Het was een wit bloesje met een overslag. Ik zie het nog zo voor mij.
En toen werd je gegrepen door kleren naaien?
Ik vond het wel heel leuk. En mensen vonden de dingen die ik maakte ook mooi. Het trouwcolbert van mijn vader, mooi donkerblauw, mocht ik hebben. Hij paste er toch niet meer in. Ik heb er een stuk afgeknipt en er een mooi hip, kort jasje van gemaakt. Er is mij wel eens 50 gulden geboden voor dat jasje. Maar ik verkocht het niet.
Dus na je huishoudschool ging je een opleiding tot coupeuse volgen.
Nee hoor, na de huishoudschool ging ik eerst nog een 2 jarige opleiding volgen; de INTAS. Dat was een soort oriëntatiefase als je nog niet wist van je wilde worden. Ik dacht dat ik wist wat ik wilde. Ik wilde wel bejaarden helpende worden. Dus ik startte met deze opleiding. Het werken met bejaarden vond ik leuk. Maar de opleiding niet. Er waren vrouwen die deze opleiding volgden en zij hadden soms al jarenlang ervaring als helpende. Dus als er vragen werden gesteld dan waren zij er als de kippen bij om de antwoorden te geven. Men vond mij wat stil en teruggetrokken. Maar ik kreeg niet de tijd om na te denken over een antwoord. Na 1 jaar ben ik met deze opleiding gestopt.
Daarna ben ik pas gestart met de opleiding coupeuse. Ik heb een tijd gewerkt bij de Gouden Schaar. Maar dat is herstelwerk: ritsen inzetten enz. Ik vind het leuk om echt iets nieuws te maken.
Woonde je toen nog steeds in Eexterveenschekanaal?
Ja zeker. En toen ik trouwde zijn we in het huis van mijn ouders gaan wonen. Zij hadden een nieuw huis laten bouwen en wij konden toen in hun huis.
Was dat niet vreemd? Werd dat huis wel van jullie zelf of bleef je eigenlijk in het ouderlijk huis wonen?
Nee hoor, dat huis werd echt van ons zelf. Ik heb echt lang in Eexterveenschekanaal gewoond. Toen ik kinderen kreeg bleef ik full time thuis. Ik heb een zoon en een dochter. En ook een kleindochter.
Ondertussen waren wij verhuist naar Wildervank. Mijn huwelijk liep helaas stuk en toen ging ik terug naar Eexterveenschekanaal. Een vertrouwde omgeving en ik kon er een huisje huren op een vakantiepark. Ik kende het dorp goed en ik werd er, als vrijwilligster, beheerder van het dorpshuis van Eexterveenschekanaal. Ons dorp was maar klein maar het dorpshuis was ook heel belangrijk voor de omliggende dorpen. In het dorpshuis in Eexterveenschekanaal werd gebiljart, darts gespeeld, geklaverjast, tai chi , spirituele beurs, sinterklaas, spooktocht, elke maand een buffet ,feesten en partijen gegeven. Er waren altijd activiteiten.
Wat deed je als beheerder?
Wat deed ik niet! De planning/agenda, de inkoop, het onderhoud (groot woord) ik was aanwezig als er iemand kwam voor onderhoud, de begroting van drankjes en snacks, Ik deed als beheerder van alles en ik vond het heel leuk om te doen. Ik had zicht op alles wat er gebeurde. Er waren zoveel sociale contacten: echt heel fijn. Met de verenigingen, de bezoekers, de vertegenwoordigers enz. Ik kreeg daar heel veel energie van.
En toen kwam je in Friesland terecht. Hoe kwam dat?
Ik woonde inmiddels al bijna 9 of 10 jaar in het vakantiehuisje in Eexterveenschekanaal. Toen besloot de gemeente om te gaan handhaven; dus moesten de mensen die er vast in woonden verhuizen. Ik stond toen ingeschreven bij een woningbouwcoöperatie voor een huurwoning in Drenthe. Ik had inmiddels mijn man Cor leren kennen en hij stond in Friesland ingeschreven voor een huurwoning. We konden een woning krijgen in Noordlaren. Wat een somber en naar huis. We zagen het en we wisten direct “hier gaan wij niet wonen”. En toen kwam dit huis; een nieuw huis op de Sinnebuorren in Akkrum. En zo kwamen wij hier in 2019 te wonen. Cor werd vrij snel actief in de Doarpskeamer.
Jij niet?
Nee, ik was beheerder geweest van een Dorpshuis en daar was ik voor heel veel dingen verantwoordelijk. Ik had dat met zoveel plezier en inzet gedaan. Ik wilde niemand voor de voeten lopen want ik kon dat oude werk natuurlijk niet zomaar in De Doarpskeamer oppakken. Dus ik heb het eerst voorzichtig aangedaan.
En ondertussen werd Cor ziek.
Ja, dat was zorgelijk. We hadden trouwplannen maar Cor kreeg niet genoeg tijd . Eelco Sixma heeft er toen voor gezorgd dat Cor en ik op heel korte termijn konden trouwen. Dat is dus gelukkig gelukt voordat Cor stief.
Ondertussen was je wel actief geworden in De Doarpskeamer
Ja, Hennie vroeg of ik de planning van de gastvrouwen wilde doen. En dat wilde ik wel en doe ik nog steeds. Ik zit inmiddels ook in de activiteitencommissie en we hebben het werk, zoals contact met de vrijwilligers, nu verdeeld. We zijn nu nog met drie maar straks zijn we met zijn vieren. En dan is het prima te doen. Verder speel ik wel een rol bij de winterfair. Om een leuke fair te hebben moet er best het één en ander geregeld worden. Daar speel ik dus een rol in. En ik ben nu ook havenmeester en dat vraagt in de zomer wel tijd.
Hoe ben je daar ingerold?
Cor werd havenmeester; hij haalde het havengeld op bij de bootjes. Hij sprak met de mensen en ik schreef het bonnetje. Het laatste rondje deden we op de motorfiets met zijspan. Dat vonden mensen wel leuk en dan had je altijd wel een praatje. Nu doe ik het rondje op de fiets.
Ik zie op de fiets een kinderzitje? Gaat je kleindochter mee?
Mijn kleindochter Tess is nu vier jaar. Ze moet nu naar school, dus het is even plannen. Maar logeren bij oma vindt ze heel fijn.
En oma ook volgens mij. (De ogen van Ina spatten van liefde als ze over Tess praat)
Acht ja, bij oma mag meer hé. Frietjes eten en dan bij de friettent, niet thuis, want daar kun je nog een soft ijsje krijgen. En gezellig bij oma in bed want dan kunnen we filmpjes kijken op netflix. Bij oma’s mag er altijd mee dan thuis hé. En ze gaat inderdaad straks weer achter op de fiets mee als we het geld gaan innen bij de boten.
Na twee uur gezellig met elkaar gesproken te hebben ga ik weer naar huis. Ina heeft het niet altijd gemakkelijk gehad. Maar het is een sterke vrouw en als er iets moet gebeuren en Ina zegt dat ze het regelt, dan weet je één ding zeker: het komt prima voor elkaar.